In een aantal blogs wil ik u meenemen in mijn onderzoek voor een nieuw boek. Net als mijn vorig boek, Uitgevlogen Ziel, wordt dit boek ook weer een combinatie van historische Fictie en Feiten. Kenmerkend voor het boek is, dat het fictie deel zoveel mogelijk de waarheid benaderd. Dit wordt ook wel Faction of Fact-Fiction genoemd, een term die ik niet gebruik omdat ik merk dat dit verwarring brengt. Wat mijn boek bijzonder maakt, is dat de transcripties van de originele documenten zijn toegevoegd. Hierdoor kan de lezer zelf zien wat feit en wat fictie is.
Bij het maken van dit boek werk ik in drie fasen: onderzoek, schrijven en herschrijven. Ik denk dat elke fase even veel tijd nodig heeft. In de tweede fase filter ik de gegevens van mijn onderzoek en vertaal deze naar een gebeurtenis in de novelle. Het verhaal wordt door de vondsten in het onderzoek bepaald. Ik weet vooraf niet hoe het verhaal gaat lopen. Bovendien ben ik nieuwsgierig of deze blog mijn manier van schrijven gaat beïnvloeden.
Ik heb al een ‘hoofdpersoon’ in gedachte, hoewel ik nog niet weet of hij in het verhaal ook een directe rol speelt of dat ik een tijdgenoot over hem laat vertellen. Ja, het is een hem en hij heet Hendrik. Toevallig dat mijn vorig boek ook over een Hendrik ging (Hendrik Baalman (1709-1757)), maar dat is inderdaad toeval. Dit is een andere Hendrik waarvan ik denk dat ik voldoende stof kan vinden om de laatste kleine stukjes in te kunnen vullen tot een fictie. Ook in dit boek zal ik alle gevonden documenten over deze Hendrik opnemen. Ik moet tijdens het onderzoek dus ook goed documenteren.
Wat heb ik op dit moment? Hendrik woont in Amsterdam in de eerste helft van de 18e eeuw. Hij is getrouwd en heeft een dochter. Hendrik komt uit Duitsland (streek Artland in prinsenbisdom Osnabrück) en zijn vrouw is geboren in Amsterdam. Waarschijnlijk verkrijgt Hendrik door zijn huwelijk het Amsterdamse poorterschap. Dit is allemaal niet voldoende voor een verhaal, ware het niet dat er getuigenverslagen zijn over een ruzie tussen vader en dochter. Ik denk dat hier een verhaal in zit.
Ik begin met de eerste fase: onderzoek. Tijdens het onderzoek begin ik gelijk met documenteren van wat ik gevonden heb. Ik maak drie verschillende overzichten en sommige gegevens wordt ook twee of drie keer genoemd om meer inzicht te krijgen in de situatie. Ik maak een overzicht van familieleden, verzamel de documenten over Hendrik en zijn vrouw en ik maak een chronologie van gebeurtenissen.
“Dit is allemaal niet voldoende voor een verhaal, ware het niet dat er getuigenverslagen zijn over een ruzie tussen vader en dochter. Ik denk dat hier een verhaal in zit.“
Als eerste maak ik het overzicht van de familie van Hendrik en zijn vrouw. Ik beperk me daarmee tot hun grootouders en daarna alle nakomelingen van die (acht) grootouders tot in de vierde generatie (achterkleinkinderen). Het doel is niet om een complete genealogie te maken maar een overzicht van alle naaste bloedverwanten van Hendrik en zijn vrouw. Elke oom, tante, neef en nicht die hieraan toegevoegd wordt, wil ik natrekken of ik meer gegevens kan vinden dan alleen wanneer zij geboren, gehuwd en gestorven zijn. Misschien zit er een verhaal in dat terug kan komen in het boek over Hendrik. Over de familie van Hendrik in Duitsland heb ik inmiddels al wat gegevens uit mijn eigen collectie verzameld (zie www.vortmes.nl over mijn collectie).
Mijn tweede overzicht zijn de documenten waarin Hendrik en zijn vrouw genoemd wordt. Deze documenten komen later terug in het boek dus het is extra belangrijk dat ik deze goed in kaart breng qua tekst en bronvermelding. Mijn derde overzicht die ik maak, is de chronologische lijst van gebeurtenissen. Dit overzicht heb ik later nodig om een correcte tijdlijn in het verhaal te kunnen maken.
Ik ga beginnen met het onderzoek en kom met mijn blog terug zodra ik voldoende gegevens heb om de hoofdlijn van het fictieve verhaal te bepalen.